Rasinformatie  

Drötszöru Magyar Vizsla




In Nederland zijn de benamingen Hongaarse Staande Draadhaar en Vizsla Draadhaar. In Hongarije, het land van oorsprong zegt men Drótszőrű Magyar Vizsla vertaald Draadharige Hongaarse staande hond De Vizsla komt voor in twee variëteiten, de korthaar en de draadhaar, waarbij de kortharige variëteit verreweg het langst bestaat. Het jaar 2006 was een jubileumjaar voor de Vizsla Draadhaar vanwege het feit dat het ras 40 jaar als officieel door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) erkend is. (De Vizsla korthaar werd erkend in 1938.)



Het ontstaan van de Vizsla Draadhaar

De eerste Draadhaar Vizsla werd gepresenteerd op de Hubertus jachtbijeenkomst in Hongarije op 27 maart 1942, door de heer Vasas Jozsef uit Hejocsabai (Csabai kennel). Een aantal fokkers/jagers was van mening dat zij een hond nodig hadden die beter bestand was tegen kou, water en de ruige velden. De eerste Vizsla Draadhaar,DIA DE SELLE , is ontstaan uit kruisingen met de Vizsla korthaar en een Duitse Staande Draadhaar. Om tot de Vizsla Draadhaar te komen met de verwachte werkeigenschappen en ruwharig uiterlijk is ook door de jaren heen gebruik gemaakt van kruisingen met de Poedel pointer, Griffon, Ierse Setter en waarschijnlijk is de Ierse Terriër een keer ingezet.. De beharing van de Vizsla Draadhaar was in die tijd niet homogeen. Af en toe werd er ook weer eens een Vizsla korthaar ingezet. Al deze kruisingen hebben nog steeds tot gevolg dat er nog steeds verschillende haarvariëteiten bestaan. Dit kan uiteenlopen van het wat langere pluizige haar (Griffon) tot echt korthaar. In 1975 kwam de eerste import naar Nederland. In 1978 werd het eerste nestje in Nederland geboren.De Vizsla Draadhaar is dus nog een tamelijk jong ras waarvan de wereldwijde populatie tamelijk klein is. Er zijn zelfs landen in Europa waar de Draadhaar Vizsla helemaal niet bekend is, of er zijn slechts enkele exemplaren. In Finland zijn bijvoorbeeld slechts een 20-tal Draadhaar Vizsla's geregistreerd. En in Amerika is het ras nog niet niet erkend.



Het profiel van de Vizsla Draadhaar

De Vizsla is een allround jachthond. Perfect in staat voor te staan en te apporteren. Ook op het gebied van zweetwerk (geurspoor lopen) heeft de Vizsla Draadhaar zich bewezen. Hij heeft een voortreffelijk acclimatiseringvermogen en is ook in grote hitte onvermoeibaar. Het is een middelmatig grote hond en heeft een zeer gedistingeerde verschijning. Stevig maar tamelijk licht gebouwd. Beweegt met adel en gratie. Hij wordt ook gewaardeerd als tentoonstellingshond. Een bekende uitspraak van kenners van de Vizsla Draadhaar is dat als je aan de eerste Vizsla Draadhaar begint, er geen weg terug is en niet meer buiten ze kunt..






Karakter

De Vizsla is gemakkelijk op te voeden , maar zijn karakter kan een hardhandige behandeling niet goed verdragen. Tegenwoordig worden de meeste Vizsla's als huishond gehouden. Dit is geen enkel probleem voor een actieve jachthond, mits zij voldoende beweging en mentale uitdagingen geboden krijgen. Deze beweging kan een activiteit zijn die samen met de baas wordt uitgeoefend, zoals wandelen en fietsen. Maar hij kan ook uitstekend met andere honden spelen. Al heeft hij een onmiskenbare jachtpassie, toch voelt hij zich daarnaast in huis erg prettig. Het is een vriendelijke hond en hij bezit alle eigenschappen van de moderne jachthond. Net als de meeste jachthonden is hij dol op kinderen. Hierdoor wordt hij ook veel uit liefhebberij gehouden.


De Vizsla Draadhaar kenmerkt zich door zijn leergierigheid en aanhankelijkheid. Ook kennen we hem als een gevoelige hond. Dit maakt dat een grove behandeling niet nodig is of liever gezegd zelfs niet mag. Dit wil echter niet zeggen dat ook voor deze hond het nodig is grenzen te stellen. Voor het houden in een kennel is de Draadhaar Vizsla absoluut ongeschikt. Ook met regelmaat lange tijd alleen zijn zal het welzijn niet ten goede komen en ook dit past niet bij zijn karakter. Het zou een angstige, nerveuze hond van hem kunnen maken en uiteindelijk voor gedragsproblemen zorgen. Zijn intelligentie maakt hem, mits hij door zijn baas begrepen wordt en de baas de hond begrijpt, tot een makkelijk op te voeden hond. Als waakhond is de Vizsla Draadhaar minder geschikt. Bezoek wordt aangekondigd door te blaffen en wordt vervolgens met veel enthousiasme begroet. De Vizsla Draadhaar is een zeer sociale hond. Het leven met soortgenoten, maar ook met andere dieren zal met de juiste begeleiding zonder problemen verlopen.



Gezondheid

De Vizsla Draadhaar bereikt een gemiddelde leeftijd van 13 jaar. Echte gezondheids problemen zijn er niet, behalve dan natuurlijk de bekende heupdysplasie die bij alle grotere rassen voorkomen. Ook is epilepsie voorgekomen. Maar voor beiden geldt dat verantwoordelijke fokkers er alles aan zullen doen om deze ziekten te voorkomen.





Vacht

De beharing en de kleur van de Draadhaar Vizsla kunnen nog al wat variëren. Van tarwe- of zandgeel tot lichtbruin. De officiële kleur in het Hongaars is szemles sarga (broodgeel). De ideale vacht is draadharig, aanliggend, stevig, dicht en zonder glans. Het dekhaar is 2 tot 3 cm. Heeft een lange, dichte waterafstotende onderwol. Deze hardheid en dichtheid moet de hond zoveel mogelijk bescherming tegen weersinvloeden en verwonding geven. De geaccentueerde wenkbrauwen onderstrepen de energieke en veelzeggende gezichtsuitdrukking.



Ook de lengte van de beharing verschilt van het wat zachte langere wollige haar tot een echt keiharde ruwharige vacht die als een kokosmat kan aanvoelen. Dit heeft alles te maken met de 'jeugdigheid' van het ras. Hierbij moet gezegd worden dat het fokken van een hond met een perfecte draadharige vacht nog steeds als het meest moeilijk ervaren wordt. Ook door fokkers van andere draadharige rassen. De verzorging van de vacht is erg afhankelijk van de beharing die de hond heeft. Sommigen moeten 2x per jaar een stevige plukbeurt ondergaan om er weer mooi uit te zien, terwijl anderen genoeg hebben aan een geregelde borstelbeurt om netjes in de beharing te blijven. Verharen doet de draadhaar niet of nauwelijks.



Reu of teef

Er is een duidelijk verschil in grootte tussen de reuen en de teven binnen dit ras. De schofthoogte voor een reu bedraagt tussen de 58 en 64 cm en voor een teefje 54 tot 60 cm. Het gemiddelde gewicht ligt tussen de 23 en 30 kilo. Qua karakter is niet te zeggen dat een reu of teef gemakkelijker is in de omgang. Beide zijn vriendelijk en zeer verdraagzaam naar soortgenoten. Het maakt niet uit van welk geslacht deze soortgenoten zijn. De keuze voor een reu of teef is persoonlijk..

Filmpje over de korthaar Vizsla








Foto's: Ron Baltus , René Peeters , Fam van Essen Quodian's Vizsla Kennel